Skip to content

 

Algemene spelregels

Speelveld

Een partij badminton bestaat uit twee winnende games. Wie twee games wint, is de winnaar van de partij. Het aantal punten waaruit een game bestaat is afhankelijk van het type spel. Als het 1-1 is, wordt er een derde en beslissende game gespeeld. Het veld wordt in tweeën gedeeld door een net op 1,55 meter hoogte bij de staander. In het midden mag het net niet lager hangen dan 1,54 meter. Het net zelf moet 0,76 meter hoog zijn. De touwen waarvan het net gemaakt is moeten donker van kleur zijn en van gelijkmatige dikte. Deze dikte moet variëren van 15 tot 20 millimeter. Er wordt onderhands geserveerd naar het veld schuin tegenover het vak van waaruit wordt geserveerd. Hierbij mag (op het moment van raken van de shuttle) het blad van het racket niet boven de heup uitkomen. Tevens moet de service met één vloeiende beweging geslagen worden. De shuttle wordt over het net heen en weer geslagen (een rally). Zodra de shuttle op de grond komt, wordt het spel gestopt. Afhankelijk van of de shuttle binnen of buiten de lijnen valt (in of uit) wordt beoordeeld hoe het spel doorgaat. Als de shuttle op de grond komt door een fout van de serverende partij, wordt de service aan de andere partij overgedragen. Als de fout gemaakt is door de tegenpartij, krijgt de serverende partij een punt. Men kan alleen punten scoren op de eigen service.
 

De puntentelling

Sinds 1 februari 2006 wordt er echter geëxperimenteerd met een nieuwe puntentelling om het spel aantrekkelijker te maken voor het publiek. In de lente van 2006 werd besloten dit nieuwe rally-point-systeem officieel in te voeren vanaf augustus 2006, wanneer het nieuwe badmintonseizoen begint. Tot nu toe kon men alleen punten maken op de eigen service en was er een onderscheid tussen dames en heren. (damestelling tot 11 punten, herentelling tot 15 punten) In de nieuwe puntentelling wordt dit onderscheid niet meer gemaakt; dames en heren zijn gelijkwaardig. De telling gaat voor beide seksen tot 21 punten per game; gewonnen wordt met een verschil van 2 punten. Staan beiden spelers op 20 punten dan komt er een verlenging, tot een van beiden een verschil van 2 punten heeft bereikt. Echter, om de tijdsduur van een wedstrijd enigszins in de perken te houden, is er besloten om hieraan een maximum van 29 punten te verbinden. Staan beide spelers op 29 punten, dan zal het eerstvolgende punt beslissend zijn voor de winst van de set of wedstrijd. Er wordt nog steeds best out of three games gespeeld. Een ander groot verschil is dat het rally-pointsysteem er voor zorg draagt dat een speler niet alleen punten kan maken op zijn eigen service, maar ook op die van zijn tegenspeler. Deze nieuwe puntentelling en het nieuwe systeem gingen dus van start in 2006. Echter niet alle verenigingen kunnen dit op korte termijn invoeren. Daarom wordt eerst het gangbare badmintonseizoen van 2005-2006 afgemaakt met de oude telling. De nieuwe competitie zal wel gaan volgens het nieuwe systeem. Grote evenementen worden overigens al wel volgens het nieuwe systeem gespeeld. Bijvoorbeeld de Dutch open. (winnares Mia Audina vertelde dat dit nieuwe systeem erg zwaar is, vooral voor de mentale gesteldheid). Inmiddels is besloten deze nieuwe regels definitief door te voeren. Met Ingang van 1 september 2006 worden alle wedstrijden volgens dit rally-pointsysteem tot 21 gespeeld.

 

Single

De single (ook wel enkel genoemd) wordt op een lange, smalle baan gespeeld. Voor de breedte gelden de binnenste lijnen, voor de lengte de achterste lijn. De score tijdens een game loopt zowel bij dames en heren tot 21. Men heeft één servicebeurt per persoon; maakt de serveerder/serveerster een fout dan gaat de service naar de tegenstander en kan hij of zij punten maken. Er kunnen zowel punten gemaakt worden door de serverende als de ontvangende partij. Bij een even aantal punten wordt geserveerd uit het rechter serveervak, bij een oneven aantal uit het linker. Bij een eventuele verlenging wordt er doorgespeeld tot 29. Een verlenging kan door de niet-serverende partij worden aangevraagd als de stand 20-20 is.

 

Gemengd dubbel

Bij het gemengd dubbel spelen een heer en een dame samen. Net als bij singlen hebben beide partijen één servicebeurt. Na elk gewonnen punt moet het serverende koppel van serveervak wisselen. Wordt in de servicebeurt een fout gemaakt, dan gaat de servicebeurt over naar de tegenstanders. De service wordt bij 0 of een even aantal punten vanuit het rechter, en bij een oneven aantal punten vanuit het linkerserveervak gegeven. Dames beginnen de wedstrijd altijd rechts. De set gaat tot eenentwintig. Mocht het eventueel 20-20 worden, dan kan er verlenging worden gevraagd door het niet-serverende paar. Deze gaat door tot maximaal negenentwintig, tot er een verschil van twee punten is bereikt. Het veld is bij de service breed en kort. Na de eerste service speelt men op het gehele veld (breed en lang).

 

Dubbel

Bij een heren- of damesdubbel spelen twee heren of twee dames samen.